Je kunt meer schilderen dan je denkt: van wanden, plafonds en meubels tot tegels, radiatoren, kozijnen, metaal en zelfs gevels. Met de juiste voorbereiding (ontvetten, schuren, primer) en een slimme verfkeuze per materiaal-zoals watergedragen, biobased, hittebestendige of roestwerende lak-behaal je een strak, duurzaam resultaat. Je krijgt praktische tips voor kleur en glans, veelgemaakte fouten om te vermijden en inspirerende projecten voor zowel beginners als gevorderden.

Binnen schilderen: wat kun je aanpakken
Binnen schilderen biedt veel mogelijkheden: van een snelle opfrisser tot een complete restyle. Met de juiste verf en voorbereiding pak je elk oppervlak slim aan.
- Wanden, plafonds en sierlijsten: geef ruimtes direct een andere sfeer met muurverf (latex). Mat voor een rustige, egale look; zijdeglans/eggshell voor extra afwasbaarheid. Plafonds meestal mat, sierlijsten kun je laten meeblenden of juist laten spreken met een contrasterende tint.
- Houtwerk: deuren, kozijnen, trappen en meubels knappen op met watergedragen lak voor binnen (geurarm, sneldrogend, vergeelt minder). Reinig, ontvet en schuur; gebruik bij MDF/fineer een multiprimer en sealen van randen. Voor trappen kies je een extra slijtvaste lak of vloerverf.
- Speciale oppervlakken: tegels, laminaat en radiatoren zijn goed te doen met de juiste producten. Tegels: hechtprimer + (bij voorkeur) tweecomponent tegelverf. Laminaat/melamine: hechtprimer + harde aflak. Radiatoren: hittebestendige lak; laat kit en reparaties volledig uitharden voor je verft.
Kies altijd verf en primer passend bij de ondergrond, en neem de tijd voor voorbereiding. Zo krijg je een strak, duurzaam resultaat.
Wanden, plafonds en sierlijsten
Bij wanden, plafonds en sierlijsten maak je het grootste verschil met voorbereiding en de juiste verf. Repareer scheuren, schuur glad, ontvet vlekken en gebruik voorstrijk op zuigende ondergronden. Kies voor het plafond extra matte, spatvrije verf met hoge dekking en werk naar de lichtbron toe, nat-in-nat om aanzetten te voorkomen. Voor wanden is muurverf met schrobklasse 1 of 2 ideaal; mat verdoezelt oneffenheden, zijdeglans is sterker.
Sierlijsten van gips, PU of polystyreen schilder je met muurverf of lak; MDF en hout eerst met een multiprimer en naden afkitten met acrylaat. Werk in volgorde: eerst het plafond, dan de wanden, tot slot de lijsten. Snijd randen met een kwast en rol met 9-12 mm vacht voor een strak, streeploos resultaat.
Houtwerk: deuren, kozijnen, trappen en meubels
Houtwerk binnen knap je duurzaam op met goede voorbereiding en de juiste lak. Ontvet eerst met verfreiniger, schuur glad (korrel 180-220), stofvrij maken en beschadigingen vullen met houtvuller; naden in kozijnen kit je met acrylaat. Breng een grondverf of multiprimer aan, zeker op kaal hout en MDF; voor MDF-randen gebruik je extra sealer zodat ze niet zuigen. Kies binnen voor watergedragen lak (acryl): die vergeelt minder, ruikt minder en droogt snel.
Deuren lak je het liefst liggend om zakkers te voorkomen, met een vilt- of schuimroller en een synthetische kwast voor de randen; kozijnen werk je in banen nat-in-nat. Trappen vragen een extra slijtvaste afwerking, bijvoorbeeld een 2K PU-lak of een toplaag met antislip. Meubels van massief hout of fineer schuur je voorzichtig, primer erop, dan twee dunne laklagen met licht tussenschuren voor een strak, krasvast resultaat.
Speciale oppervlakken: tegels, laminaat en radiatoren
Tegels, laminaat en radiatoren kun je prima schilderen als je de voorbereiding serieus neemt. Ontvet tegelwerk grondig, verwijder kalk, schuur mat en gebruik een hechtprimer voor gladde ondergronden. Daarna breng je tegelverf aan; in natte zones kies je bij voorkeur een 2-component epoxy of PU en geef je extra uithardingstijd. Siliconenkit schilder je niet mee; kit na afloop opnieuw met siliconen in de natte delen. Laminaat en melamine hebben een harde, dichte toplaag: fijn schuren, ontvetten, een sterke adhesieprimer en vervolgens een slijtvaste vloercoating of PU-lak.
Belasten doe je pas na volledige uitharding. Radiatoren schilder je wanneer ze koud zijn: roest wegschuren, kale plekken met metaalprimer, dan een hittebestendige radiatorlak (liefst watergedragen tegen vergeling). Werk in dunne lagen, gebruik een radiatorrollertje en laat de verwarming pas na droging rustig op temperatuur komen.
[TIP] Tip: Muren, plafonds, deuren, kozijnen en radiatoren: kies geschikte verf per ondergrond.

Buiten schilderen: wat kun je aanpakken
Buiten kun je meer schilderen dan je denkt, zolang je rekening houdt met weer, ondergrond en de juiste producten. Houtwerk zoals kozijnen, deuren, boeidelen, dakkapellen en schuttingen knap je op met buitenlak of (dekkende) beits; herstel houtrot, kit naden en zet kaal hout eerst in de grondverf. Tuinmeubels en pergola’s geef je een frisse laag die UV- en vochtbestendig is. Metaal zoals hekwerk en balkonrelingen vraagt roestverwijdering, een roestwerende primer en een slijtvaste aflak. Kunststof deuren of gevelpanelen kun je overschilderen met een speciale hechtprimer plus buitenlak.
Metselwerk en gevelsteen werk je af met dampopen gevelverf zodat het kan blijven ademen; beton en tuinmuren kunnen met betonverf of mineralenverf, terras en stoep met een antislip-coating. Kies voor het schilderseizoen: droog weer, 10-25 °C, geen volle zon of regen in de voorspelling. Ontvetten, schuren en stofvrij werken blijft bepalend voor hechting en levensduur. Met de juiste kleur leg je accenten, bijvoorbeeld een contrasterende voordeur of een rustige, donkere schutting. Goed uitgevoerd verleng je de onderhoudscyclus naar 5-7 jaar en ziet je buitenwerk er strak uit.
Hout buiten: schutting, boeidelen en tuinhout
Buitenhout vraagt een andere aanpak dan binnen. Je begint met reinigen: alg, vuil en vergrijsd hout verwijderen, beschadigingen herstellen en tot gezond hout schuren. Zachte plekken impregneer je met houtrotstop. Kaal naaldhout en boeidelen zet je in een goede grondverf en werk je af met dekkende beits of buitenlak; dekkende beits is dampopen en beweegt mee met het hout. Voor schuttingen kies je vaak beits of olie: transparant behoudt de tekening, dekkend geeft een egale kleur en extra UV-bescherming.
Hardhout ontvet je, schuurt je licht en primeer je met een geschikte hechtprimer, of je onderhoudt het met olie. Vergeet kopse kanten niet te sealen en kit open naden af. Werk bij 10-25 °C, uit de volle zon en regen: zo verleng je de levensduur van je buitenwerk.
Metaal en kunststof: hekwerk, deuren en tuinmeubels
Metaal en kunststof buiten schilder je strak en duurzaam als je de ondergrond goed aanpakt. Voor metaal begin je met ontvetten, roest en losse verf verwijderen tot een harde, schone ondergrond, kale plekken spotprimen met een roestwerende primer en daarna afwerken met een weerbestendige lak in zijdeglans of hoogglans. Verzinkt staal en aluminium schuur je mat en behandel je met een hechtprimer voor non-ferrometalen.
Poedercoating ruw je op en primeer je eveneens. Kunststof zoals PVC, hard-PUR of hard-PS ontvet je, schuur je licht en voorzie je van een speciale adhesieprimer; PE en PP lakken slecht, die laat je liever ongemoeid. Kies voor UV- en krasbestendige buitenlak en werk in dunne lagen, uit de volle zon. Laat tuinmeubels en deuren volledig uitharden voordat je ze weer intensief gebruikt.
Gevel en metselwerk: beton, steen en tuinmuren
Gevels, beton en tuinmuren schilder je duurzaam door eerst goed te reinigen en te beoordelen. Verwijder mos, algen en vuil (liefst met lage druk en een reiniger), spoel na en laat drogen. Check op vochtproblemen en zoutuitbloei; die pak je eerst aan, anders bladdert je verf. Poederende of zanderige ondergronden fixeer je met een geschikte voorstrijk, losse delen en slechte voegen herstel je met gevelmortel. Haarlijnscheuren vang je op met een scheuroverbruggende, elastische gevelverf.
Kies voor dampopen gevelverf zodat het metselwerk kan ademen, zoals silicaat- of minerale verf; op beton gebruik je betonverf of een dampopen acrylaat. Nieuwe stuclagen en vers beton laat je minimaal 4 weken uitharden. Werk bij droog weer, 10-25 °C, niet in volle zon, en breng twee dunne lagen aan voor een egale, weerbestendige afwerking.
[TIP] Tip: Schilder eerst schutting, tuinhuis en kozijnen: weinig voorbereiding, groot effect.

Verfkeuze en afwerking per materiaal
Deze vergelijkingstabel laat per materiaal zien welke primer, verf en afwerking je kiest, met aandacht voor binnen/buiten en duurzame opties.
| Ondergrond | Aanbevolen primer | Verf/afwerking (binnen vs. buiten) | Duurzaamheid & bestendigheid |
|---|---|---|---|
| Hout | Binnen: watergedragen grondverf; Buiten: buitenprimer (watergedragen of alkyd). Bij hardhout: isolerende primer tegen houtinhoudstoffen. | Binnen: PU-acryl lak (mat/zijdeglans) voor snelle droging en lage geur. Buiten: weerbestendige lak (PU-alkyd of watergedragen), zijdeglans/hoogglans. | Watergedragen (lage VOC) of biobased alkyd mogelijk; PU-versterkt voor slijtvastheid; buiten UV- en vochtbestendig systeem aanbrengen. |
| Metaal (staal/alu/zink) | Staal/ijzer: roestwerende primer (zinkfosfaat). Gegalvaniseerd/alu: hechtprimer voor non-ferro. | Binnen: watergedragen metaallak. Buiten: roestwerende aflak (alkyd of PU), bij voorkeur half-/hoogglans voor betere vuilafstoot. | Watergedragen roestwerende systemen met lage emissie; meervoudig laagopbouw voor hoge corrosiebestendigheid; goede vochtbarrière buiten. |
| Kunststof (PVC/ABS/PP) | Multiprimer/hechtprimer voor kunststof; voor PP/PE een speciale hechtprimer toepassen. Altijd ontvetten en licht schuren. | Watergedragen PU-acryl lak (binnen/buiten volgens productlabel), meestal zijdeglans voor nette dekking en krasbestendigheid. | Lage VOC met watergedragen of biobased lakken; elastische film voorkomt scheurvorming; goede kras- en slijtvastheid na volledige uitharding. |
| Tegel & gladde ondergronden | Tegel-/hechtprimer voor keramiek/glas; in natte zones bij voorkeur 2K epoxyprimer. Ondergrond grondig ontvetten. | Binnen: speciale tegelverf (watergedragen) of 2K PU/epoxy voor hoge belasting; natte ruimtes: 2K coating verdient de voorkeur. Glans: mat/zijdeglans. | Watergedragen 2K systemen bieden hoogste slijtvastheid en vocht-/chemische bestendigheid; respecteer uithardingstijden volgens productblad. |
Kortom: stem je primer af op de ondergrond en kies de aflak op gebruik (binnen/buiten) en gewenste glans. Ga waar mogelijk voor watergedragen of biobased systemen voor lage emissie met behoud van slijtvastheid en vochtbestendigheid.
De ondergrond bepaalt je verfsysteem: eerst zorgen voor hechting met de juiste primer, daarna afwerken met een passende lak of coating. Hout werk je binnen het liefst af met watergedragen lak die snel droogt en niet vergeelt; buiten kies je voor een goede grondverf met daarover buitenlak of dekkende beits die meebeweegt met het hout. Metaal vraagt ontroesten, een roestwerende primer (bij non-ferrometalen een hechtprimer) en een weerbestendige toplaag. Kunststof heeft een adhesieprimer nodig en een UV-bestendige aflak. Tegels en andere zeer gladde ondergronden schilder je met een sterke hechtprimer en bij zware belasting liever een 2-component PU of epoxy.
Voor metselwerk en beton kies je dampopen gevelverf of betonverf, afhankelijk van de situatie. Binnen gebruik je muurverf met schrobklasse 1 of 2; plafond extra mat voor een rustig beeld. Glansgraad bepaalt look en onderhoud: mat maskeert, zijde- en hoogglans zijn beter te reinigen. Werk in dunne lagen, respecteer droogtijden, schuur licht tussendoor en breng meestal twee tot drie lagen aan voor een strak, duurzaam resultaat.
Verf en primer per ondergrond (hout, metaal, kunststof, tegel)
Bij hout start je met ontvetten en schuren; kaal hout grond je met een geschikte primer, naaldhout met veel hars liever met een isolerende primer, MDF met een sealer zodat randen niet zuigen. Binnen kies je voor watergedragen lak, buiten voor grondverf plus buitenlak of dekkende beits. Metaal ontroest je en primeer je met een roestwerende primer; verzinkt staal en aluminium vragen een speciale hecht- of etchprimer voordat je afwerkt met een weerbestendige lak.
Kunststof zoals PVC, ABS en hard-PUR hecht pas goed na een adhesieprimer; PE en PP schilder je liever niet. Tegels en andere gladde ondergronden behandel je met een sterke hechtprimer en werk je af met een 2-component PU of epoxy in natte of zwaar belaste zones.
Binnen vs. buiten: glansgraad, slijtvastheid en vochtbestendigheid
Binnen kies je glansgraad vooral op look en onderhoud: mat dempt reflecties en verbergt oneffenheden, zijdeglans en hoogglans zijn beter reinigbaar en dus handig in hal, keuken en kinderkamer. Let op schrobklasse voor wanden en kies voor lak die kras- en slijtvast is op deuren en trappen. In vochtige ruimtes ga je voor schimmelwerende, waterbestendige producten. Buiten draait het om weer- en UV-bestendigheid, elasticiteit en waterafstoting: hoogglanslak op houtwerk sluit beter af en voert water af, terwijl dekkende beits meebeweegt met het hout.
Voor metselwerk gebruik je dampopen gevelverf zodat vocht kan ontsnappen. Watergedragen lakken vergeelen binnen minder en drogen snel; buiten zijn moderne watergedragen systemen ook zeer duurzaam. Kies per situatie de combinatie die zowel het uiterlijk als de levensduur ondersteunt.
Duurzame verfopties: watergedragen en biobased
Watergedragen verf is een slimme, duurzame keuze omdat er minder oplosmiddelen in zitten (lage VOC, dat zijn vluchtige organische stoffen), de geur beperkt is en je kwasten gewoon met water schoonmaakt. Binnen levert dat een gezond werkklimaat op en buiten zijn moderne watergedragen systemen verrassend weer- en UV-bestendig. Let op verwerking: werk tussen 10-25 °C en geef de verf genoeg tijd om door te harden.
Biobased verf gebruikt bindmiddelen uit hernieuwbare bronnen, zoals plantaardige oliën en harsen, en heeft zo een lagere milieu-impact; veel varianten zijn bovendien dampopen, wat vochtregulatie helpt. Uitharding kan iets langer duren, maar de afwerking is prima kras- en weerbestendig. Check keurmerken zoals EU Ecolabel en vergelijk VOC-waarden, buitenduurzaamheid en onderhoudsgemak op het etiket.
[TIP] Tip: Schilder hout, metaal, kunststof of steen met juiste primer en aflak.

Praktische tips, technieken en projecten
Goed schilderen begint met planning: kies droog, mild weer of een stabiele binnentemperatuur, bereken voldoende verf, en maak de ondergrond écht schoon voordat je begint. Werk stofvrij, plak netjes af en snijd randen met een kwast voordat je rolt; rol vervolgens nat-in-nat in banen om aanzetten te voorkomen. Houd laagdikte dun, respecteer droog- en uithardtijden en schuur licht tussen lagen voor een strakke afwerking. Test kleur en glans in het licht van de ruimte, want daglicht en kunstlicht geven een andere indruk. Voor beginners zijn een accentmuur, een klein meubel of een radiator perfecte oefenprojecten; wil je meer uitdaging, pak een trap, keukenkastjes of een buitendeur aan.
Gebruik voor gladde lakwerken een fijne schuim- of viltroller, voor muren een middelhoge vacht; wissel tijdig van roller om pluis te voorkomen. Trek tape weg zodra de verf handdroog is, schuin van de verf af. Ventileer binnen, draag handschoenen, en kies bij voorkeur watergedragen of low-VOC verf voor comfort. Bewaar restverf luchtdicht ondersteboven of met een laagje folie, handig voor toekomstig bijwerk. Zo werk je efficiënt, netjes en met een resultaat waar je lang plezier van hebt.
Beginner: snelle make-overs en budgetprojecten
Met een klein budget en weinig tijd geef je je huis snel een frisse look. Begin met een accentmuur: kies een kleurtester of restverf en werk strak met tape en een middelhoge vachtroller. Een vergeeld deurkozijn of plint lak je in één dag met watergedragen lak; ontvetten, licht schuren en dun rollen is genoeg. Pak een tweedehands kastje of spiegelrand aan: een multiprimer hecht op hout, fineer en melamine, daarna twee dunne laklagen voor een strak resultaat.
In de keuken werkt afwasbare muurverf met hoge schrobklasse ideaal voor de spatzone. Radiatoren knap je op met radiatorlak voor een nette, egale look. Focus op kleine, zichtbare vlakken en hergebruik materiaal waar kan; zo maak je snel veel impact.
Gevorderd: restylen en speciale effecten
Als je toe bent aan een stap verder kun je met restyling en effecten echt karakter toevoegen. Denk aan color blocking, lambrisering en twee tinten op paneeldeuren voor diepte, of aan kalkverf voor een wolkerig, mat effect en een betonlook met structuurpasta. Voor superstrakke lakwerken op keukenkastjes of meubels kun je spuitlakken met HVLP (lage druk verfspuit) of verdunnen en nastrijken met een viltroller voor een spiegelglans.
Werk met glans-contrast (mat naast hoogglans), metallics of mica voor subtiele schittering, en voeg patina of whitewash toe voor veroudering. Voor slijtvaste projecten zoals tafelbladen en trappen gebruik je 2K PU-lak (tweecomponenten) en een filler primer voor strak oppervlak. Test altijd op een proefpaneel en werk in dunne, gecontroleerde lagen.
Veelgemaakte fouten en hoe je ze voorkomt
De meeste verfproblemen ontstaan vóórdat je de kwast pakt: je slaat ontvetten over, schuurt te weinig of vergeet een passende primer op gladde of zuigende ondergronden. Daardoor hecht de verf slecht en bladdert het snel. Ook te dikke lagen, doorrollen in halfdroge verf en schilderen in kou, volle zon of bij hoge luchtvochtigheid geven aanzetten, craquelé en doffe plekken. Gebruik de juiste roller- en kwastsoort voor de verf, roer goed door en houd je aan droog- en uithardtijden.
Trek schilderstape weg zodra de verf handdroog is, schuin van de rand af, om scheuren te voorkomen. Buiten vergeet je vaak kopse kanten te sealen en open naden te kitten, waardoor vocht binnendringt. Met zorgvuldige voorbereiding en geduld voorkom je 90% van de ellende.
Veelgestelde vragen over wat kun je schilderen
Wat is het belangrijkste om te weten over wat kun je schilderen?
Je kunt binnen wanden, plafonds, sierlijsten, deuren, kozijnen, trappen en meubels schilderen; ook tegels, laminaat en radiatoren. Buiten pak je schuttingen, boeidelen, hekwerk, kunststof, tuinmeubels, gevels en tuinmuren aan-mits juiste primer, verf en afwerking.
Hoe begin je het beste met wat kun je schilderen?
Begin met inspecteren, reinigen en ontvetten; verwijder losse delen, schuur en repareer. Kies primer per ondergrond (hout, metaal, kunststof, tegel). Test kleur en glans, plan binnen/buiten rondom droogtijden, ventilatie en weer, gebruik kwaliteitsgereedschap.
Wat zijn veelgemaakte fouten bij wat kun je schilderen?
Fouten: slecht ontvetten en schuren, verkeerde primer of binnenverf buiten, glansgraad mismatch, damp- en vochtproblemen negeren, roest niet stabiliseren, te dikke lagen, onvoldoende droogtijd, slecht afplakken, goedkope kwasten/rollers, onrealistische planning en ondergrondvocht meten overslaan.