Zin om een museumklassieker zélf aan de muur te schilderen? Met eenvoudige technieken, acrylverf en een klein palet leer je iconische stijlen als Mondriaan, Matisse, Warhol, Banksy, Van Gogh en Munch snel en vergevingsgezind naschilderen. Je krijgt praktische tips voor compositie en kleur, slimme hulpmiddelen (tape, raster, sjablonen), een duidelijk stappenplan en variaties voor kinderen en gevorderden, zodat je in een paar sessies een herkenbaar, eigen werkstuk ophangt.

Wat zijn makkelijke bekende schilderijen
Makkelijke bekende schilderijen zijn iconische kunstwerken waarvan de vorm, kleur en opbouw zo helder zijn dat je ze zonder jarenlange ervaring overtuigend kunt naschilderen. Ze hebben vaak een eenvoudige compositie met grote vlakken en duidelijke lijnen, een beperkt kleurpalet met sterke contrasten, en herkenbare onderwerpen die je snel terugziet, zelfs als je details versimpelt. Denk aan de strakke kleurvlakken van Mondriaan, de herhalende portretten van Warhol of de duidelijke vormen van Van Goghs Zonnebloemen; elk van deze stijlen laat zich makkelijk vertalen naar basisvormen zoals rechthoeken, cirkels en simpele contouren. Ook grafische beelden zoals stencils (een sjabloon waar je verf doorheen aanbrengt) vallen in deze categorie, omdat ze leunen op heldere silhouetten in plaats van subtiele overgangen.
Omdat je het origineel vaak kent, kun je makkelijker beoordelen of je vormen en kleuren kloppen en gericht bijsturen. Heldere ritmes, herhaling en symmetrie geven extra houvast tijdens het schilderen. Wat ze “makkelijk” maakt, is niet dat ze geen vaardigheid vragen, maar dat fouten minder opvallen en je met acrylverf (snel drogende verf op waterbasis) en een handvol penselen al snel resultaat ziet. Je kunt stap voor stap werken, kleuren blokken en gaandeweg accenten toevoegen zonder vast te lopen in minutieuze details. Daardoor zijn dit ideale instapstukken: je oefent compositie, kleurgevoel en penseelvoering, bouwt zelfvertrouwen op en je hangt binnen een paar sessies iets herkenbaars en eigens aan de muur.
Kenmerken: compositie en kleur
Makkelijke bekende schilderijen blinken uit in een heldere opbouw en krachtig, simpel kleurgebruik. Met een paar vuistregels zet je snel iets neer dat werkt.
- Eenvoudige compositie: werk met grote vormen en duidelijke lijnen; creëer focus via een centrale blikvanger, symmetrie of de regel van derden; gebruik houvast zoals een simpele horizon, herhaling van vormen of een strak raster.
- Beperkt palet: kies weinig kleuren en zorg voor sterk licht-donkercontrast zodat vormen meteen leesbaar zijn; denk aan 2-4 kleuren en minimale mengstappen.
- Slimme kleurcontrasten: zet complementaire paren (blauw-oranje, rood-groen) in voor impact, doseer verzadiging en laat één hoofdkleur domineren voor rust; gebruik accenten spaarzaam.
Zo blijft het schilderproces overzichtelijk en vergevingsgezind. De kracht zit in de eenvoud van je compositie en kleuren.
Technieken die fouten vergeven
Als je zonder stress een bekend schilderij wilt naschilderen, kies dan technieken die je makkelijk laten corrigeren. Acrylverf droogt snel, waardoor je fouten simpel kunt overschilderen of met opaak wit kunt “resetten”. Begin met grote kleurvlakken in een ondertoon (middentoon) en werk daarna pas lichter en donkerder; zo stuur je vormen stap voor stap bij. Met droog penseel (scumbling: weinig verf, zachte veegjes) verzacht je randen en maskeer je kleine missers.
Het paletmes strijkt vlakken strak en impasto (dikke verf) leidt de aandacht weg van detailfoutjes. Sjablonen en schilderstape geven harde randen, zelfs als je hand even trilt. Gebruik de rastermethode of een projector om verhoudingen te checken. Glaceren (dunne transparante lagen) corrigeert kleur zonder opnieuw te tekenen. Zo blijft je proces vergevingsgezind en flexibel.
[TIP] Tip: Start met Mondriaan, Haring of Warhol; eenvoudige vormen, beperkte kleuren.

Bekende schilderijen die je makkelijk kunt naschilderen
Onderstaande tabel vergelijkt bekende schilderijen die je relatief eenvoudig kunt naschilderen, met per werk de reden waarom het toegankelijk is, de basistechniek en een globale tijdsinschatting.
| Schilderij & kunstenaar | Waarom makkelijk na te maken | Basisstappen / techniek | Richttijd |
|---|---|---|---|
| Compositie met rood, geel en blauw – Piet Mondriaan | Eenvoudige geometrie, primaire kleuren, strakke vlakverdeling; kleine onnauwkeurigheden vallen weinig op. | Teken raster licht voor; plak schilderstape voor zwarte lijnen; vul vlakken met rood, geel, blauw en wit; verwijder tape en werk lijnen bij. | 1-2 uur |
| The Snail (cut-out stijl) – Henri Matisse | Grote kleurvlakken en organische vormen; proporties zijn vergevingsgezind. | Maak eenvoudige sjablonen; schilder effen kleurvlakken of werk met papiercollage; rangschik vormen tot een spiraalachtig geheel. | 1-2 uur |
| Marilyn (in de stijl van Marilyn Diptych) – Andy Warhol | Popart met hoge-contrast vormen en beperkte kleuren; herhaling is optioneel. | Zet een foto om naar hoog contrast; maak een sjabloon of raster; schilder vlakjes in 2-4 felle kleuren; herhaal desgewenst in vakken. | 2-3 uur |
| Girl with Balloon – Banksy | Stencil-silhouet met één accentkleur; snel en fouttolerant. | Snijd karton-sjablonen voor meisje en ballon; tamponneer zwarte acryl; voeg rode ballon toe; werk randen bij. | 1-2 uur |
| De sterrennacht – Vincent van Gogh | Duidelijke penseelrichting en textuur; beperkt palet (blauwen/geel) maskeert kleine fouten. | Blokkeer grote vormen in; bouw de lucht op met korte, draaiende streken; gebruik dikker verf of gelmedium voor reliëf; zet gele sterren en maan als laatste. | 3-4 uur |
Conclusie: voor snel resultaat kies je geometrische of stencil-werken (Mondriaan, Banksy); wil je expressie en textuur oefenen, ga dan voor Van Gogh of popart à la Warhol. Heldere vormen, beperkt palet en vergevingsgezinde technieken maken deze iconen ideaal om na te schilderen.
Als je zonder drempel wilt starten met meesterwerken, kies dan iconische werken met duidelijke vormen, sterke contrasten en een simpele opbouw. Abstract en geometrisch is ideaal: denk aan Mondriaans composities met rood, geel en blauw of de kleurvlakken van Matisse’ De slak, die je ook als geknipte papieren vormen of geschilderde vlakken kunt vertalen. Popart werkt net zo fijn omdat herhaling en harde randen je houvast geven; Warhols Marilyn of soepblikken kun je met een raster of sjablonen opzetten, terwijl Banksy’s Girl with Balloon met één stencil en twee tinten al overtuigt.
Expressieve klassiekers zoals Van Goghs Zonnebloemen of Amandelbloesem lenen zich goed voor dikke verf en zichtbare penseelstreken, waardoor kleine onnauwkeurigheden juist karakter geven. Munchs De schreeuw kun je versimpelen tot golvende lijnen en een fel kleurcontrast. Beperk je palet, werk in grote vlakken, corrigeer met acrylverf en gebruik schilderstape of sjablonen voor strakke randen. Zo zet je in een paar sessies een herkenbaar, eigen resultaat neer.
Abstract en geometrisch (Mondriaan, Matisse)
Abstract en geometrisch werken zijn ideaal als je snel een sterk, herkenbaar resultaat wilt. Bij Mondriaan draait het om strakke zwarte lijnen en primaire kleuren (rood, geel, blauw) met wit ertussen. Zet eerst de compositie op met potlood, verdeel je doek in ongelijke rechthoeken en gebruik schilderstape voor haarscherpe randen. Schilder kleurvlakken in twee lagen voor volle dekking en laat bewust witruimte staan; de kracht zit in balans en ritme, niet in details.
Matisse werkt juist met eenvoudige, organische vormen en grote kleurvlakken. Maak desnoods eerst papieren knipsels (cut-outs) om de vormen te zoeken en trek die over op je canvas. Beperk je palet, werk met brede kwasten en houd lijnen helder voor een grafisch, fris effect.
Popart en stencil (Warhol, Banksy)
Popart en stencil zijn perfect als je met weinig middelen snel iets iconisch wilt maken. Warhol draait om herhaling, vlakke kleuren en harde randen: kies een foto met duidelijke contouren, zet die om naar hoog contrast en weinig kleurvlakken, raster het beeld grof op je doek en schilder egale vlakken in felle, poppy kleuren. Werk eventueel in series met kleine variaties, zodat je die typische herhaling krijgt.
Banksy leunt op stencils, oftewel sjablonen: print je beeld, snijd de donkere delen uit stevig papier of folie, fixeer het op je canvas en tamponneer met een spons of spuit met matte acryl. Houd het bij zwart, wit en één accentkleur voor maximale impact. Dankzij die duidelijke vormen kun je fouten makkelijk overschilderen of het sjabloon opnieuw positioneren.
Expressief en iconisch (Van gogh, Munch)
Bij expressieve iconen draait het minder om perfecte details en meer om energie, ritme en kleurgevoel. Bij Van Gogh werk je met korte, directionele penseelstreken die de vorm volgen; leg eerst een simpele ondertekening aan, blok de grote vlakken in en bouw daarna dikke verflagen (impasto) op. Meng gerust op het doek, benadruk contrasten zoals blauw-oranje en laat kleine openingen tussen streken voor sprankeling.
Bij Munch kun je De schreeuw versimpelen tot golvende lijnen, een hoge horizon en een sterk kleurcontrast tussen lucht en landschap; het figuur mag best als silhouet. Gebruik acryl voor snelle lagen, varieer tussen droog penseel en dikke verf, en zet accenten met een paletmes. Fouten vallen weg in de textuur, zolang je het ritme van streken en de emotionele kleurkeuze vasthoudt.
[TIP] Tip: Kies geometrische werken; gebruik schilderstape, beperkte kleuren, grote vlakken eerst.

Zo pak je het aan: materialen en stappenplan
Begin met een voorgeprepareerd doek of stevig papier en werk met acrylverf, omdat die snel droogt en makkelijk te corrigeren is. Kies 3 tot 5 basiskleuren plus wit, een paar synthetische penselen (breed voor vlakken, kleiner voor lijnen), een palet of bord, water, tape voor strakke randen en eventueel een paletmes. Zet je referentie klaar en bepaal de compositie met een lichte potloodschets of met de rastermethode; een eenvoudige projector of uitgeknipt sjabloon helpt bij lastige vormen. Start met een middentoonlaag om het hele vlak te vullen, blok daarna de grote vormen in met egale kleurvlakken.
Bouw van groot naar klein: eerst verhoudingen en kleurvakken, dan pas schaduwen, lichtaccenten en randen. Werk nat-in-nat voor zachte overgangen of laat lagen kort drogen voor scherpe scheidingen. Corrigeer door simpelweg over te schilderen; acryl dekt snel. Eindig met een paar gerichte accenten in contrast of textuur voor pit. Ben je tevreden, laat het goed drogen en breng desnoods een matte of zijdeglans vernis aan.
Benodigde materialen (acrylverf, penselen, canvas)
Voor makkelijke bekende schilderijen heb je niet veel nodig, maar wel de juiste basics. Acrylverf is ideaal omdat het op waterbasis is, snel droogt en je fouten zo kunt overschilderen; kies een set met primaire kleuren plus wit en eventueel zwart. Studentenkwaliteit is prima om te starten. Gebruik synthetische penselen: één brede platte voor grote vlakken, een middelmaat voor randen en een kleine ronde voor details.
Een opgespannen canvas of een canvasboard geeft stevigheid; beide zijn vaak al voorbehandeld met gesso, zodat verf goed pakt. Verder helpen schilderstape voor strakke lijnen, een simpel palet of bord om te mengen, een waterpot en keukenpapier voor snelle wissels. Een paletmes is handig voor dikke verf en het strak uitvlakken van kleurvlakken.
Stappenplan van schets tot details
Zo ga je stap voor stap van een snelle schets naar overtuigende details. Houd het simpel en werk in duidelijke fases.
- Kies je referentie en bepaal de uitsnede: waar ligt de focus en hoeveel witruimte laat je staan? Zet een lichte schets op (potlood of verdunde verf) met alleen de grote vormen en verhoudingen.
- Leg een dunne middentoon aan als onderlaag om licht en donker te kunnen beoordelen. Blok de hoofdvlakken in met egale kleuren, werk van groot naar klein en controleer na elke laag de proporties; corrigeer direct door eroverheen te schilderen. Laat lagen drogen voor strakke scheidingen of werk nat-in-nat voor zachte overgangen.
- Verfijn randen en textuur en bewaar de details voor het einde: highlights, diepe schaduwen, fijne lijntjes en subtiele kleurverschuivingen. Stap regelmatig achteruit om te evalueren en voeg waar nodig accenten en contrast toe.
Met deze volgorde blijft je schilderij leesbaar en kun je fouten makkelijk herstellen. Pas tempo en droogtijd aan per stijl voor het beste resultaat.
Tijdinschatting per stijl
Hoe lang je bezig bent, hangt vooral af van formaat, aantal lagen en detaildrang. Abstract en geometrisch in de stijl van Mondriaan of Matisse is het snelst: denk aan 1 tot 3 uur op een doek van ongeveer 40 × 50 cm, inclusief het afplakken met tape en twee dekkende lagen kleur. Popart of stencil naar Warhol of Banksy kost vaak 30 tot 60 minuten voor het voorbereiden van het sjabloon en daarna 1 tot 2 uur schilderen; maak je een kleine serie, reken dan 2 tot 4 uur totaal.
Expressief werken zoals Van Gogh of Munch vraagt meer opbouw en textuur: 3 tot 6 uur, soms in twee sessies. Dunne acryl lagen drogen in 10 tot 30 minuten, dikke impasto kan 1 tot 2 uur aanraakdroog zijn; een föhn versnelt dit. Vernissen doe je pas na volledig drogen, bij voorkeur de volgende dag.
[TIP] Tip: Kies acryl, grote platte kwast; blokkeer vormen, verf van donker naar licht.

Handige tips, valkuilen en variaties
Werk met een beperkt palet en meng op het palet, niet eindeloos op je doek, zodat kleuren fris blijven en niet modderig worden. Begin groot: brede kwast, duidelijke vlakken, pas later kleine penselen; te vroeg in details duiken is de meest voorkomende valkuil. Gebruik schilderstape voor strakke randen en “verzegel” de rand eerst met de ondergrondkleur of wit om onderlopen te voorkomen. Check je waarden door een snelle foto in zwart-wit op je telefoon te maken; leesbaarheid gaat vóór perfecte kleur. Laat lagen echt drogen als je scherpe scheidingen wilt, en werk nat-in-nat alleen waar je zachte overgangen nodig hebt.
Kies een referentie met duidelijke vormen en simpel licht, anders vecht je tegen ruis. Voor kinderen werkt groot formaat, dikke verf, verfstiften en sjablonen geweldig, met korte sessies en snelle successen. Voor gevorderden zijn glacis, paletmes, collages of een eigen twist in kleur (bijvoorbeeld complementen omdraaien) interessante variaties. Signeer klein en netjes, vernist pas als alles volledig droog is. Geef jezelf ruimte om te experimenteren, want juist die kleine afwijkingen maken jouw versie persoonlijk, herkenbaar en leuk om aan de muur te hangen.
Kleuren mengen zonder gedoe
Houd je palet simpel en werk vanuit een paar basiskleuren. Met een warme en koele variant van rood, geel en blauw plus wit kun je bijna alles mengen zonder troebel resultaat. Gebruik een paletmes om schoon te mengen en houd mengsels beperkt tot twee of drie kleuren; hoe meer je door elkaar roert, hoe grijzer het wordt. Maak kleuren lichter met wit en demp felle tinten met hun complement (bijvoorbeeld een beetje oranje in blauw) in plaats van direct zwart, zodat je levendigheid behoudt.
Test een klein streepje op je doek; acryl droogt net iets donkerder, dus mik een tikje lichter dan je eindkleur. Leg vooraf kleine hoopjes premixen klaar voor herhaalbare tinten en veeg je palet regelmatig schoon voor frisse mengingen.
Proporties bewaren met hulplijnen
Met hulplijnen hou je verhoudingen strak zonder eindeloos gummen. Teken eerst een lichte horizontale en verticale as door het midden van je doek en leg de regel van derden aan; zo plaats je hoofdvormen op vaste punten. Gebruik de rastermethode (je verdeelt referentie en doek in gelijke vakjes) om lastige vormen te vertalen naar simpele meetstappen. Zet extra hulplijnen langs belangrijke randen en teken diagonalen om hoeken te controleren.
Kijk steeds naar negatieve ruimte: de vorm van de leegte rondom je onderwerp verklapt snel scheve maten. Meet verhoudingen met je penseel als meetlat en vergelijk breedte versus hoogte in simpele fracties. Maak tussendoor een foto of spiegel je beeld op je telefoon; een omkering laat fouten direct zien, zodat je snel en precies kunt bijsturen.
Variaties voor kinderen en gevorderden
Met kinderen focus je op plezier en snelle successen: werk groot, kies simpele vormen uit bekende werken en gebruik verfstiften, sponsjes of sjablonen voor duidelijke randen. Beperk je palet tot 3 à 4 felle kleuren, plak vlakken af en plan korte sessies met droogmomenten; acryl op karton of canvasboard is stevig en vergevingsgezind. Kies kindvriendelijke, watergedragen verf. Ben je gevorderd, daag jezelf uit met glacis (dunne, transparante lagen) over een onderschildering (eerste laag in één toon), of schilder met paletmes voor rijke textuur.
Probeer een Zorn-palet (geeloker, rood, zwart, wit) voor strakke kleurbeheersing, draai complementen om of schaal het formaat op. Voeg mixed media toe zoals grafiet of collage en oefen randcontrole: harde, zachte en “verloren” randen die opgaan in de achtergrond.
Veelgestelde vragen over makkelijke bekende schilderijen
Wat is het belangrijkste om te weten over makkelijke bekende schilderijen?
Het gaat om beroemde werken met eenvoudige composities en beperkte kleurpaletten. Kies stijlen die fouten vergeven, zoals Mondriaans abstractie, Warhols popart of Van Goghs expressieve toetsen. Acrylverf, lagen en hulplijnen helpen enorm.
Hoe begin je het beste met makkelijke bekende schilderijen?
Kies een referentie, bepaal formaat, zet een licht raster of schilderstape. Blokkeer grote kleurvlakken met acryl, werk nat-over-droog naar details. Gebruik platte en ronde penselen. Test mengkleuren eerst op een proefstrook.
Wat zijn veelgemaakte fouten bij makkelijke bekende schilderijen?
Te snel mengen tot modder, geen droogtijd tussen lagen, en proporties zonder hulplijnen inschatten. Te kleine penselen gebruiken, details te vroeg schilderen, of te dik werken. Werk achtergrond eerst, vernissen pas na volledig drogen.